De Arnhemse meisjes werden in 1829 voor het eerst gebakken door bakker Hagdorn. De koekjes zijn gemaakt van bladerdeeg, zijn rijkelijk bestrooid met suiker en hebben de vorm van een schoenzool. De vorm en de naam van de koekjes verwijzen naar het oude gebruik van Arnhemse weduwen die tot het begin van de 19e een schoenzool in het graf van hun man gooiden.
Arnhemse meisjes zijn heel makkelijk zelf te maken, zorg dat je het volgende in huis hebt: een pakje bladerdeeg, 100 gram kristalsuiker en een ei. Verder is het handig om bakpapier en wat bloem bij de hand te hebben, zodat de koekjes niet aan de bakplaat/deegroller vast gaan zitten.
Om te beginnen leg je het bladerdeeg even uit (1), zodat het kan ontdooien, dit duurt ongeveer 5-10 minuten. Als de plakjes ontdooid zijn kun je met een glas cirkels uit het deeg halen (2), normaal gesproken kun je 4 cirkels uit één vel halen, zodat ze een mooi formaat krijgen.
Vervolgens rol je de rondjes met een deegroller uit tot ze een ovale vorm hebben (3). Je kan het beste wat bloem gebruiken om te voorkomen dat het deeg aan de deegroller of de snijplank/aanrecht blijft plakken. Als je alle ovale stukken deeg klaar hebt liggen op de bakplaat (4), zet je eerst de oven aan, zodat deze kan voorverwarmen en klop je het ei los en bestrijkt het deeg hiermee (5). Bestrooi het deeg vervolgens met suiker.
Kijk op de verpakking van het bladerdeeg voor de exacte temperatuur waarop het deeg gebakken moet worden. Hier hebben we het deeg 20 minuten op 190° in een heteluchtoven gebakken. Na het bakken laat je de koekjes even afkoelen en dan zijn ze klaar.
Eet smakelijk!
Tags : arnhemse meisjes, arnhemse meisjes bakken, arnhemse meisjes maken
