Ik en het Spijkerkwartier

Geplaatst op 16 januari 2013 Door In Talent uit Arnhem, Talenten

Jongin Arnhem columnist Gilles woont sinds 2009 in Arnhem en heeft de rest van zijn leven in Amsterdam doorgebracht. Een echte Amsterdammer schrijft over zijn belevenissen in Arnhem. Deze week schrijft hij over de buurt waar hij sinds een paar jaar woont; het Spijkerkwartier.

Ik en het Spijkerkwartier
De mooiste huizen die er zijn, zijn groot. Hoog, uitgebreid, oud, vaak wit en gaan gepaard met luxe. De wijk waarin ik nu woon is een wijk die vol staat met riante grote huizen. Het Spijkerkwartier, ontworpen in 1853, is een idyllische buurt om je tijd in door te brengen. Ik woon er iets langer dan 3 jaar en heb dit altijd al de mooiste buurt van Arnhem gevonden. Het straalt iets buitenlands uit. Als ik door de Parkstraat fiets ben ik met mijn gedachten in Londen of Parijs. Misschien ben ik wel in Gent, waar de huizen een soortgelijke gemoedsrust uitstralen. In de buurt van het Museumplein in Amsterdam waren er ook kastelen van huizen, vlakbij de P.C. Hooftstraat en het Vondelpark. Maar daar was het altijd druk; fijn druk. Maar hier is het zó rustig. Alsof de bewoners allemaal op vakantie zijn en ik op de buurt moet passen zoals een boswachter erop moet letten dat zijn cantharellen in het bos niet verzuren. En dat de vossen niet omkomen door hongersnood en dat de das zich wel op zijn gemak voelt tussen het mos en de krioelende mieren. Ik let erop dat de plantjes in de voortuinen van de bewoners van het Spijkerkwartier wel water krijgen. Ik geef ze niet echt water hoor, ik loop er alleen langs en kijk dan naar die mooie bloemen.

Als het met de bloemen goed gaat dan weet ik dat het ook goed gaat met de bewoners, ook al zijn ze er misschien niet altijd. Ik ben er ook niet altijd. Ik ben vaak ergens anders. Maar als ik dan wel in Arnhem ben dan loop ik altijd graag met mijn hond een rondje door de buurt. Een fijne patrouille is het dan. Ik coach mijn hond om tegen hekken aan te piesen van onverzorgde voortuinen. En laat hem grommen tegen katten die heel bekwaam hun voortuin tegen mijn viervoeter proberen te verdedigen. Ik laat hem bijna een kat verslinden die wordt uitgelaten door een vrouw. Ik zou deze vrouw die een kat aan een riem uitlaat weleens willen spreken trouwens. Ach, neem het niet te serieus, meestal heb ik muziek op wanneer ik met mijn bruine labrador door de mooiste straten van Arnhem loop. Ik laat  hem los en kijk van een afstand wel toe wat voor een capriolen hij uithaalt.

Maar waar komt die naam Spijkerkwartier toch vandaan? Afgeleid van de loodsen die hier ooit stonden, die ook wel spijkers of spiekers genoemd werden. Frappant omje in te beelden dat hier ooit van die hele grote bergplaatsen stonden. Ik ga wel eens naar feestjes in van die loodsen. De laatste keer dat ik bij zo’n feest was vroeg ik mij af hoe het zou zijn om in zo’n loods te wonen. Dat ik in plaats van naar een buitenlands ogend wit huis naar een loods was verhuisd. Zou iedereen in zo’n loods dan ook een voortuin hebben met katten en hyacinten? Ik denk dat wanneer ik met zo’n veertig anderen in een loods zou moeten wonen helemaal door zou draaien. Niet alleen omdat de akoestiek in zo’n loods heel gehorig is maar ook omdat het gewoon niet kan. Het zou bij mij niet bestaande herinneringen ophalen van de Tweede Wereldoorlog en mensen zouden zich gedragen zoals lynxen en leeuwen in de natuur. Ik haat het overleven van de best aan de omgeving aangepaste. Ik ben veel te zwak om te vechten voor een lekker plekje in zo’n grote ruimte. Ik zou heel charmant kunnen doen en kunnen spreken over een bepaalde saamhorigheid die nodig is om in zo’n loods met z’n allen te wonen maar dat zou niet veel uithalen. Mensen zouden doordraaien, het dier uit hunzelf naar boven halen.

Ik ben blij dat ik niet in een loods woon. Ik woon in een comfortabel huis met centrale verwarming en een enorm keukenaanrecht. Als ik uit het raam kijk schijnt de zon door de warme ramen naar binnen en wordt de kamer waarin ik schrijf heel weemoedig. Als ik dan naar de bruine labrador op het koeienkleed kijk en zijn bedelende ogen voel trek ik mijn jas aan en loop ik weldra weer in de buurt waar behalve op oudejaarsavond niet zoveel gebeurd. Ik ben helaas nog nooit in de stad geweest op het drukste punt van haar drukte. Nog nooit heb ik Arnhem meegemaakt met Koninginnedag. Met oud en nieuw verstop ik mij überhaupt liever achter een schaal met oliebollen en appelflappen. Op 31 december ben ik liever van de aardbodem. Ik zou best hier in het Spijkerkwartier willen zijn op die dag, maar dan zou ik wel aan al die bewoners met hun voortuinen en luie katten een brief willen sturen dat ze geen rotjes en vlinderbommen mogen afsteken want dat gaat Gilles Groot namelijk niet behagen.

Meer van Gilles lees je hier.

SPIJKERKWARTIERDe mooiste huizen die er zijn, zijn groot. Hoog, uitgebreid, oud, vaak wit en gaan gepaard met luxe. De wijk waarin ik nu woon is een wijk die vol staat met riante grote huizen. Het Spijkerkwartier, ontworpen in 1853 is een idyllische buurt om je tijd in door te brengen. Ik woon er iets langer dan 3 jaar en heb dit altijd al de mooiste buurt van Arnhem gevonden. Het straalt iets buitenlands uit. Als ik fiets door de Parkstraat ben ik met mijn gedachte in Londen of Parijs. Misschien ben ik wel in Gent, de huizen stralen een bepaald soort van gemoedsrust uit. In de buurt van het Museumplein in Amsterdam waren er ook kastelen van huizen, vlakbij de P.C. Hoofdstraat en het Vondelpark. Maar daar was het altijd druk; fijn druk. Maar hier is het zó rustig. Alsof de bewoners allemaal op vakantie zijn, en ik op de buurt moet passen zoals een boswachter erop moet letten dat zijn cantharellen in het bos niet verzuren. En dat de vossen niet omkomen door hongersnood en dat de das zich wel op zijn gemak voelt tussen het mos en de krioelende mieren. Ik let erop dat de plantjes in de voortuinen van de bewoners van het Spijkerkwartier wel water krijgen. Ik geef ze niet echt water hoor, ik loop er alleen langs en kijk dan naar die mooie bloemen. Als het met de bloemen goed gaat dan weet ik dat het ook goed gaat met de bewoners, ook al zijn ze er misschien niet altijd. Ik ben er ook niet altijd. Ik ben vaak ergens anders. Maar als ik dan wel in Arnhem ben dan loop ik altijd graag met mijn hond een rondje door de buurt. Een fijn patrouille rondje is het dan. Ik coach mijn hond om tegen hekken aan te piesen van onverzorgde voortuinen. En laat hem grommen tegen katten die heel bekwaam hun voortuin tegen mijn viervoeter proberen te verdedigen. (Ik laat hem bijna een kat die wordt uitgelaten door een vrouw, ik zou deze vrouw die een kat aan de riem uitlaat weleens willen spreken, verslinden.) Ach, neem het niet te serieus, meestal heb ik muziek op wanneer ik met mijn bruine labrador door de mooiste straten van Arnhem loop. Laat ik hem los en kijk ik van een afstand wel toe wat voor een capriolen mijn hond uithaalt.Maar waar komt die naam Spijkerkwartier toch vandaan? Afgeleid van de loodsen die hier ooit stonden, die ook wel spijkers of spiekers genoemd werden. Frappant om je te moeten inbeelden dat hier ooit van die hele grote bergplaatsen stonden. Ik ga wel eens naar feestjes in van die loodsen. De laatste keer dat ik bij zo’n feest was vroeg ik mij af hoe het was om in zo’n loods te wonen. Dat ik in plaats van naar een buitenlands ogend wit huis naar een loods was verhuisd. Zou iedereen in zo’n loods dan ook een voortuin hebben met katten en hyacinten? Ik denk dat wanneer ik met zo’n 40 anderen in een loods zou moeten wonen helemaal door zou draaien. Niet omdat de akoestiek in zo’n loods heel gehorig is maar ook omdat het gewoon niet kan. Het zou herinneringen ophalen van de tweede wereldoorlog en mensen zouden zich gedragen zoals lynxen en leeuwen in de natuur. Ik haat het overleven van de best aan de omgeving aangepaste. Ik ben veel te zwak om te vechten voor een lekker plekje in zo’n grote ruimte. Ik zou heel charmant kunnen doen en kunnen spreken over een bepaalde saamhorigheid die nodig is om in zo’n loods met z’n allen te wonen maar dat zou niet veel uithalen. Mensen zouden doordraaien, het dier uit hunzelf naar boven halen. Ik ben blij dat ik niet in een loods woon. Ik woon in een comfortabel huis met een verwarming en een enorm keukenaanrecht. Als ik uit het raam kijk schijnt de zon door de warme ramen naar binnen en wordt de kamer waarin ik schrijf heel weemoedig. Als ik dan naar de bruine labrador op het koeienkleed kijk en zijn bedelende ogen voel trek ik mijn jas aan en loop ik weldra weer in de buurt waar behalve op oudejaarsavond niet zoveel gebeurd. Ik ben helaas nog nooit in de stad geweest op het drukste punt van zijn drukte. Nog nooit heb ik Arnhem meegemaakt met koninginnedag. Met oud en nieuw verstop ik mij überhaupt liever achter een schaal met oliebollen en appelflappen. Op 31 december ben ik liever van de aardbodem. Ik zou best hier, in het Spijkerkwartier willen zijn op die dag, maar dan zou ik wel aan al die bewoners met hun voortuinen en luie katten een brief willen sturen dat ze geen rotjes en vlinderbommen mogen afsteken want dat gaat Gilles Groot namelijk niet behagen.

Tags : ,