Interview met fotograaf Joris Broekhoven: ‘Ik gebruik fotografie om mijzelf te kalmeren’

Geplaatst op 12 april 2020 Door In Kunstenaars uit Arnhem, Talent uit Arnhem, Talenten

Toen de 29-jarige Joris Broekhoven begon met fotograferen, zat hij in een zware depressie. Fotograferen dwong hem om naar buiten te gaan en nieuwe plekken op te zoeken. Inmiddels is hij verslaafd aan fotograferen. Het afgelopen jaar schoot hij zo’n 30.000 foto’s en momenteel runt hij meerdere goedlopende Instagram accounts rondom fotografie en kunst. 

Wat heeft jou naar fotografie geleid?
“Ik heb een jaar lang sociologie gestudeerd in Nijmegen, maar de hoeveelheid statistiek en kwantitatief onderzoek lag mij niet echt. Vervolgens heb ik heb drie maanden muziekwetenschappen gestudeerd, maar dat vond ik ook te theoretisch. Toen wist ik het helemaal niet meer en ben ik een tijdje in Rozet boeken gaan lezen. Daar stuitte ik op het boekje ‘Tussen mythe en muziek van Claude Levi-Strauss, dat de wereld van antropologie voor mij opende. Niet lang daarna ben ik antropologie in Utrecht gaan studeren. Het rare clubje medestudenten vond ik erg leuk, maar ook daar in Utrecht kon ik mijzelf niet goed wortelen. Rond die tijd kreeg ik veel last van angsten en werd ik depressief. Ik voelde me niet veilig in mijn eigen lichaam, waardoor ik niet in staat was om mijn studie voort te zetten.

Anderhalf jaar geleden ben ik begonnen met fotograferen, door gewoon kiekjes te gaan maken met mijn telefoon. Op een gegeven moment ben ik Instagram gaan ontdekken, wat totaal nieuw voor mij was. Ik maakte een account aan en plaatste een aantal foto’s. Nadat ik een oude Canon camera kocht via Marktplaats begon het balletje echt te rollen.”

Waarom betekent fotografie zoveel voor je?
“Toen ik ermee begon zat ik nog in een zware depressie. Ik heb jarenlang therapie gevolgd, waarbij de focus vooral naar binnen was gericht. Op een gegeven moment was ik er aan toe op mijn blik juist naar buiten te gaan richten en mij op het externe te gaan focussen. Daar is fotografie het perfecte middel voor. Wanneer ik met mijn camera op stap ben denk ik niet na over lastige zaken, ik ben dan echt op zoek naar beelden. Het dwingt mij om naar buiten te gaan en nieuwe plekken op te zoeken. Fotografie heeft mij enorm geholpen om nieuwe mensen te ontmoeten die mijn interesses delen. Ik heb bijvoorbeeld veel nieuwe contacten opgedaan bij Analoog Studio Arnhem. 

Ik heb door mijn depressie lange tijd amper mensen gezien. Het hebben van een sociaal netwerk doet mij zoveel goeds. Ook het weten dat ik wél ergens aanleg voor heb is enorm stimulerend. Het is leuk om te zien hoe mijn fotografische proces zich in de loop der tijd heeft ontwikkeld. Aan de ene kant helpt technische feedback daar goed bij, maar de positieve reacties van anderen op je werk zijn net zo belangrijk. Maar daar wil ik ook niet te afhankelijk van zijn. Voor mij is fotografie ook echt een vorm van persoonlijke reflectie. Ik kreeg onlangs het compliment van iemand dat mijn foto’s erg rustgevend voor hem werken. Dat vond ik vreemd om te horen, omdat mijn emoties op dat moment juist heel hoog zaten. Ik gebruik fotografie om mijzelf te kalmeren en dat geeft schijnbaar rustgevende beelden als resultaat. Daar had ik zelf eigenlijk helemaal nog niet bij stilgestaan.”

 

Ben je verslaafd aan fotograferen?
“Haha, zo zou je het kunnen stellen. In 2018 heb ik 30.000 foto’s gemaakt. Soms verlies ik mijzelf daar een beetje in en ben ik echt koortsachtig op zoek naar een beeld, maar nooit tegen mijn zin in hoor. Ik ben wel eens op een zaterdagavond in mijn eentje naar de IKEA gegaan, om daar in de regen foto’s te maken van het dak van een parkeergarage. Ik zie het als een soort gezonde dwangmatigheid. Voor mijn recente serie ‘condensatie’ stap ik willekeurige bussen in waarvan de ramen zijn beslagen. Ik rijd dan de hele lijn mee. Af en toe plan ik waar en wat ik wil gaan schieten. Dan heb ik van tevoren al een vaag beeld in gedachten dat vooral gerelateerd is aan bepaalde weersomstandigheden. Een goed beeld vinden is dan echt zoeken naar een naald in een hooiberg. Neem bijvoorbeeld het zonlicht, dat kan echt een wereld van verschil maken. Op een perfect zonnige dag met mooi licht wordt ik soms echt gestrest, ik wil dan op tien plekken tegelijk zijn. Af en toe moet ik echt een dag pauze inlassen, anders loop ik mijzelf voorbij. In december had ik met mijzelf afgesproken om een hele maand geen foto’s te posten. Dat lukte me niet. De fotografie bleef maar lonken en voor ik het wist zat ik weer tientallen beelden op Instagram te posten.” 

Je hebt een sterke eigenheid in je werk. Hoe omschrijf je jouw perceptie?
“Je perceptie van de realiteit hangt sterk samen met je innerlijke belevingswereld. Het gaat vooral om de verwerking van alle prikkels die binnenkomen. Daarin kan ik mijzelf moeilijk vergelijken met anderen, maar ik voel me in veel aspecten wel afwijken van het gros van de mensen. In eerste instantie ben ik de werkelijkheid door mijn angsten en depressie anders gaan zien. Met een fotografische blik kom ik tot een soort veelzijdigheid van een object. Het fascineert me op hoeveel manieren ik naar een object heb leren kijken. Ik zoek naar schaduwen, lijnen, kleuren en zichtlijnen. Dat zijn lijnen die je niet direct kan zien, maar die juist van invloed zijn op de compositie van een beeld. Als ik naar een object kijk, dan zie ik direct of het fotografisch bruikbaar is. Vervolgens probeer ik het op mijn manier in compositie te zetten, totdat er een foto ontstaat die ik prettig vind om te bekijken.

Of iets ‘mooi’ of ‘lelijk’ is, dat vind ik een stuk minder belangrijk. Bijvoorbeeld de inmiddels afgebroken Gele Kubus op het Gele Rijders Plein. Ik hoorde van veel mensen dat ze het een lelijk ding vonden, maar op fotografisch vlak was het een heel interessant object qua licht- en schaduwspel. Ik denk niet dat ik dingen mooier of lelijker kan maken met mijn fotografie. Daar doe ik dan ook geen pogingen toe. Wel ben ik af en toe bang dat ik de schoonheid niet meer in dingen kan zien. Maar ja, ‘beauty strikes the eye’. Als ik iets moois zie, dan kan ik daar simpelweg niet omheen en moet ik het fotograferen.”

Waar ben je zoal online te vinden?
“Naast mijn persoonlijke Instagram account heb ik de account Foundsituations opgezet. Daar staan foto’s op uit onze dagelijkse omgeving, met situaties die afwijken van de normaliteit. Ik stuur een standaardberichtje naar iemand die de foto heeft gemaakt en vraag of ik de foto met een tag mag delen. Daar krijg ik vaak positieve reacties op. Ook beheer ik de account Rizoom. Het viel me op dat er nog geen collectief platform bestaat waarop je beginnende kunstenaars kan leren kennen. Op Rizoom neemt iedere week een andere kunstenaar het account over, waardoor het een soort online pop-up expositie wordt.

Kort geleden heb ik mijn persoonlijke account in tweeën gedeeld. ‘Lichtgevoelig‘ is het account voor portretten van (naakt)modellen, en Joristimothebroekhoven is mijn account voor straatfotografie. De reden voor deze splitsing is community building. Mensen die geïnteresseerd zijn in straatfotografie zijn niet a priori geïnteresseerd in portretfotografie, en andersom. Daarbij is feed consistentie van belang. De naam ‘Lichtgevoelig’ heeft een dubbele betekenis: licht gevoelig persoon en gevoelig voor licht. Ik zal altijd bezig blijven met fotografie, maar niet om er mijn geld mee te verdienen. Dan doe ik liever iets op sociaal vlak.”

Instagram

joristimothebroekhoven

lichtgevoelig

foundsituations

rizoom

Beeld: Joris Broekhoven
Interview: Anna-Mercedes Bongers

Tags : , , , , , , ,